Het is druk bij de houthandel. Niet dat er veel mensen zijn. Er is één
houthandelaar, en één klant. Maar die ene klant neemt genoeg ruimte in voor
vijf mensen. Emotionele ruimte. Ze heeft het over vrienden, projecten, stukjes
hout, plannen, buren, kinderen op straat, emoties, intenties, kleuren, en zelfs
over die ene daarboven en al zijn engelen.
‘Ik wil het graag zo met je afspreken,’ zegt ze, ‘en dat we dat ook
uitspreken in aanwezigheid van alle engelen, want daar staan we mee in
contact.’
De houtman reageert begrijpend, zachtaardig. Het is een goede vent.
Na een paar keer half afscheid te hebben genomen, en na bedenkingen en
excuses naar mij voor het lange wachten, lijkt het echte afscheid toch echt te
zijn aangebroken. Ze schudt de handelaar de hand, doet een stapje naar
achteren, draait zich om, bedenkt zich weer, en spreidt haar armen uit. ‘We
moeten elkaar nog omhemelsen,’ zegt ze. En daar staan ze, een paar seconden
omstrengeld.
Even later kijkt ze naar mij. ‘Omhelzen, daar doen we niet meer aan, er
gaat teveel negativiteit uit van de hel, nee, omhemelsen is veel positiever.’ Ze
maakt een uitnodigend gebaar. ‘Kom, ik omhemel u ook.’ Ik ga er op in.
Het voelt aan als een warme maar wat ongemakkelijke omhelzing met een
vreemde, en ik kan het niet nalaten aards te reageren. ‘Het lijkt toch erg veel
op een omhelzing,’ zeg ik.
‘Nee, het is echt anders, het voelt toch echt heel anders, met een veel
betere energie, veel positiever, toch?’
Ik zwijg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten