maandag 10 juli 2017

Cijfers en letters (3): Wie verdient wat in de boekenwereld?

In cijfers en letters (1) schreef ik dat er heel veel geld om in de boekenbranche om gaat (ruim een miljard), en in cijfers en letters (2) dat er heel veel mensen werken (3 tot 4 duizend schrijvers en zeker 17.000 anderen). In dit stukje kijk ik wat generaliserend naar de individuele verdiensten.






Aan het einde van ieder jaar doe ik braaf opgave bij de fiscus en zie ik dat ik weer voldoe aan de norm van 25 uur per week, 1225 uur per jaar, om als zelfstandige beschouwd te kunnen worden. Gemiddeld haal ik een uur of 27 per week. Tijd die ik vol liefde besteed aan schrijven, tekenen, leren, dichten, research, lezen, het organiseren van de geweldige  Middag van het Kinderboek, aan werk voor de Auteursbond (het werk van deze bond doet er echt toe! Word lid!), en aan schoolbezoeken via de Schrijverscentrale en de Schoolschrijver, die beiden zoveel betekenen voor de leescultuur en leesbevordering in Nederland.
Als ik al die werkzaamheden afzet tegen al mijn inkomsten, wat zie ik dan? Ik verdien de laatste jaren gemiddeld 14-15K per jaar, waarvan zo’n 20% uit royalties komt, 5-10% uit leenrechten, ruim 50% uit optredens en de rest uit klusjes. Samen is het genoeg voor een uurloon van zo’n 10 of 11 euro. Bruto. Bruto, zonder pensioenopbouw en verzekeringen.
 
Ik dank mijn geliefde op mijn blote knieën dat zij de bups van ons gezinsinkomen verdient. Maar omdat ik oud ben, oud genoeg om van het oude stempel te zijn, wil ik graag mijn eigen onderbroeken en mijn eigen pakken kunnen betalen. Dat lukt moeizaam met die 14-15 mille, en daarom werk ik bij tijd en wijle in de boekhandel. Daar verkoop ik mijn en andermans boeken, daar leer ik hoe belangrijk het is om een verkoopverhaal te hebben bij een boek en hoe belangrijk het is dat de verkoper de maker aardig vindt, echt, dat helpt (“ik raad u dit boek aan, het is heel goed en de schrijver is echt heel leuk”).
En ik verdien er €12,50 per uur (inclusief pensioenopbouw en werknemersverzekeringen). Over de bank genomen meer dan met schrijven. Dat geldt voor veel banen in het boekenvak. Ik heb er de diverse cao’s op nageslagen. Een bureauredacteur in een uitgeverij verdient €13 tot €18 per uur. Een uitgever krijgt €19 tot €27. Een dBOS leesconsulent (van de Bibliotheek op School), afhankelijk van het opleidingsniveau verdient €12 tot €21 per uur. 
Er is vrijwel geen functie te vinden (met uitzondering van wat startersfuncties en ondersteunend werk) waar minder verdiend wordt dan mijn schrijverstientje.  

Ligt dat aan mij? Ben ik een slechte schrijver? Nee. Ik ben een goede schrijver, met een beperkte productie en een beperkte oplage.
Ben ik dan een uitzondering? Nee. Volgens het vorig jaar gepubliceerde onderzoek naar het inkomen van schrijvers en vertalers zit ik maar een heel klein beetje onder het gemiddelde en onder de mediaan (gemiddeld was het uurloon voor schrijvers in 2014 €9,65, variërend van peanuts tot meer dan €25 per uur). Dus het geldt voor heel veel schrijvers.

maandag 3 juli 2017

Cijfers en letters (2): Veel werk in de boekenwereld



In mijn vorige stukje cijfers en letters (1) schreef ik dat er veel geld in de boekenwereld rondgaat, in totaal meer dan een miljard euro. Ongeveer de helft komt van particulieren, die boeken kopen of bibliotheeklidmaatschappen e.d. betalen. De andere helft komt direct of indirect bij de overheid vandaan. Maar er is niet alleen veel geld beschikbaar. Er is ook veel werk. Daar gaat dit stukje over.

Werkgelegenheid in de boekenwereld 
Er is veel werkgelegenheid in de boekenwereld.
In de 1.351 boekhandels werken totaal rond de 6.500 mensen, eigenaars en medewerkers tezamen.
Er zijn ook circa 1.700 uitgevers actief (veel meer dan ik dacht) waarvan er 157 er in omvang echt toe doen en zo’n 95% van de markt vullen. Ik heb geen eenduidige gegevens gevonden over het aantal werkzame mensen in de boekenuitgeverij, maar op basis van wat CBS cijfers lijken het er duizenden te zijn, ik schat tussen de 3.000 en 5.000.
De boeken worden uitgeleend door 156 bibliotheekorganisaties, waar bijna 7.000 mensen (4.100 fte) beroepsmatig werkzaam zijn.
En zij zijn niet de enigen. Ook de medewerkers van het CB, de Schrijverscentrale, de Schoolschrijver, st Lezen, het Letterenfonds, het Letterkundig Museum, LIRA, VOB, CPNB, stichting Leenrecht, de GAU, de Auteursbond, en ook de recensenten, docenten en wetenschappers, vrijgevestigde redacteuren, vormgevers, zetters en drukkers, en een flink aantal illustratoren leven van het boek (minstens 100 leden die aangesloten zijn bij de BNO maken kinderboeken, en dan zijn er nog heel wat die andere genres illustreren).
En de schrijvers, natuurlijk. Het is onbekend hoeveel publicerende kinderboekenschrijvers, prozaschrijvers en dichters er in Nederland zijn. In een onderzoek van LIRA (de organisatie die het leenrecht onder schrijvers verdeelt) en de Auteursbond (de club die schrijvers verenigt) naar het inkomen van schrijvers en vertalers zijn 5.863 professionals benaderd. Op basis van de respons lijkt het een redelijke schatting om aan te nemen ruim de helft tot 2/3 boekenschrijver is. Dan zijn er dus 3.000 tot 4.000 schrijvers in Nederland.

Zet dat af tegen de boekverkopers en bibliotheekmedewerkers en uitgevers, en één ding wordt duidelijk. Er zijn aanzienlijk minder schrijvers dan niet-schrijvers die leven van het boek.