Het is prachtig weer. De zon weerkaatst in de laatste druppels die gisteren het gras besprenkelden.
Aan de rand van het water liggen een jongen en een meisje, haaks op elkaar. Hun woorden verstrengelen zich, hun neuzen verstrengelen zich, hun monden verstrengelen zich. De jongen wiebelt en draait. Hij wil zichtbaar meer verstrengelen. Het meisje wil misschien wel, misschien niet, misschien nu nog niet.
De jongen staat op, verschuift het een en ander, kijkt willend, zet een stap in de goede richting en glijdt uit op de modder, roetsjt het water in.
Het meisje kijkt geschrokken, verrast, daarna lachend. De jongen kijkt bemodderd.
Het meisje beziet haar eigen kleren, brandschoon, smetvrij door een laken onder haar, en neemt een besluit. Vandaag wordt er niet verder gezoend, ze houdt haar kleren liever schoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten