Een poging tot Simpellands
Ik las ergens in een artikel in de Volkskrant dat Nederlands
een moeilijke taal is, zeker in vergelijking met een aantal andere (overigens
zeer uitheemse) talen.
Wat maakt Nederlands moeilijk? Ik kan het artikel niet meer
vinden, en doe het uit mijn hoofd, misschien verzin ik er zelfs wel wat bij.
Het verschil tussen de- en het-woorden is lastig, zo niet overbodig. En dus ook
tussen aanwijzende vormen als die en dat, deze en dit. Werkwoordsvormen, en dan
vooral de verleden tijd van sterke of onregelmatige werkwoorden, vergen
overbodig veel kennis. Een inhoudsloze voegwoordje als “er” wordt veel gebruikt
maar is vaak overbodig. En er zal nog wel meer zijn. Iets met woordvolgordes of
zo. En het gedoe met “ben jij” en “jij bent”. En nu ik toch bezig bent (of is
het “bezig is”?), het verschil tussen een lange v en een korte v, of een lange en
een korte f, is ook niet makkelijk.
Ik probeerde een bestaande tekst (een verhaal voor kinderen
over de tweeling Miro en Tesla) van me te herschrijven in het Simpellands. Makkelijk
was het niet. Zou ik b.v. verledentijdsvormen van werkwoorden met d’s en t’s zo
laten, of versimpelen? En is verschil tussen meervoudsvormen en
enkelvoudsvormen echt nodig? De v’s en de f’n heb ik zoveel mogelijk gelaten
zoals ze zijn, omdat ik toch wel een verschil hoor tussen verschil en ferschil.
Zie hieronder het resultaat. En zie hier voor de originele
tekst.
‘Wat gaan we vandaag doen?’ vraagde Tesla.
'Laat we een bank beroof,’ zegde Miro.
'Laat we een bank beroof,’ zegde Miro.
‘Goed,’ zegde Tesla. ‘Dan moet we ons verkleed, kom.’
Ze pakte Miro bij zijn hand en trekte hem de slaapkamer van papa en mama
in. Ze trekte een la open.
‘Kijk,’ zegde Tesla, ‘zwarte panties om over ons hoofd te trekken. En
handschoenen!’
‘Mooi,’ zegde Miro. ‘Net echt. Nu nog een lange jas en een sporttas, en
we zijn klaar.’
‘Nee. We moet ook nog pistolen heb. Wacht maar, ik pak ze wel.’
Even later staande Miro en Tesla op de stoep bij de bank. Ze zijnde helemaal
klaar voor.
De bankdirecteur komde naar buiten.
‘Wat kom u hier doen mevrouw?’ vraagde de directeur aan Tesla.
‘Wij kom de bank beroof,’ zegde Tesla.
‘Moet jullie dan geen maskers draag?’ vraagde de directeur.
‘Oh ja,’ zegde Miro. ‘Vergeet, sorry.’
Miro en Tesla trekte mama’s panties over hun hoofden.
‘Zo zijn die beter,’ zegde de directeur.
‘Wij kom de bank beroof,’ zegde Miro.
‘Oh jé,’ zegde de directeur. ‘Waar zijn jullie briefje met eisen?’
‘Die heb we niet,’ zegde Tesla.
‘Die zijn dan niet goed, zegde de directeur. ‘Bankrovers heb altijd een
briefje met eisen.’
‘We heb geen papier,’ zegde Tesla.
‘En geen pen,’ zegde Miro.
‘Neem maar wat van mij,’ zegde de bankdirecteur.
Hij loopte met Miro en Tesla naar binnen en geefde ze pen en papier.
‘Wat moet in zo’n briefje staan?’ vraagde Tesla.
‘Dit zijn een roofoverval. Geef ons al jullie geld. Raak niet in paniek,’
zegde de bankdirecteur.
Miro schrijfde alles op.
‘En aan wie geef we de briefje?’ vraagde Tesla.
‘Aan die mevrouw achter de balie,’ zegde de bankdirecteur.
Miro loopte naar de balie en geefde de mevrouw de briefje. Ze leesde die.
‘Sorry,’ zegde de mevrouw. ‘Ik kan jullie geen geld geef.’
‘Waarom niet?’ vraagde Miro.
‘Omdat de geld in de kluis zit. En die zit op slot. En die gaan alleen
maar open als je de wachtwoord intypt. En ik ken de wachtwoord niet.’
‘Wie ken die wel?’ vraagde Tesla.
‘De directeur,’ zegde de mevrouw.
Miro en Tesla loopte weer naar de directeur.
‘Wil u ons de wachtwoord geef?’ vraagde Miro.
‘Nee hoor,’ zegde de directeur. ‘Dan moet je me eerst bedreig, anders doe
ik die niet.’
‘Goed,’ zegde Miro.
Hij pakte zijn waterpistool uit zijn tas. Hij richtte de pistool op de
directeur.
‘Geef ons de wachtwoord,’ zegde Miro dreigend. ‘Anders schiet ik!’
‘Oh jé,’ zegde de directeur. ‘Die kun niet meer. Ik ben de wachtwoord
vergeet. Van de schrik!’
‘Ja,’ zegde Miro. ‘Wij zijn ook erg eng!’
‘Behoorlijk eng,’ zegde de directeur.
‘En nu?’ vraagde Tesla.
‘Nu moet jullie snel in jullie vluchtauto spring en wegrijd,’ zegde de
directeur, ‘want jullie bankroof zijn mislukt.’
‘We heb geen vluchtauto,’ zegde Tesla. ‘We zijn met de bus.’
‘Dan gaan je met de vluchtbus,’ zegde de directeur.
‘Goed,’ zegde Miro en Tesla.
Ze rende naar de bushalte. Toen de bus eindelijk komde sprong ze in de
vluchtbus.
‘Die zijn nog best moeilijk,’ zegde Miro, ‘zo’n bank beroof.’
‘Ja,’ zegde Tesla. ‘Je moet aan een hoop denk.’
‘We kun maar beter een ander vak kies.’
‘Ja. Een ander vak zijn vast makkelijker.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten