Ik ben geen jonge bloem meer. Het is meer dan vijftig jaar
gelden dat ik ben ontsproten. In alle redelijkheid mag ik aannemen dat ik de
eerste helft van mijn leven al een tijdje achter me heb liggen.
Ik vind dat geen probleem, maar zie en voel de invloed van
de tijd wel degelijk. Wat ooit strak was is wat losser, wat ooit sterk was is
wat zwakker, wat ooit dun was is wat dikker. Ik zie en voel en hoor dingen
anders. Niet meteen slechter of beter, anders. De ervaring voegt wat toe, de
veranderde fysieke eigenschappen beïnvloeden de waarneming en ook de verwerking
van prikkels.
Ik zie er ook schoonheid in.
Laatst was ik op de Keukenhof en zag de ontwikkeling en het
verval in de bloemen, en zag een parallel met mijn eigen veroudering. Wat ooit
strak was is wat losser, wat ooit sterk was is wat zwakker. Blaadjes
verkleuren, krijgen andere vormen, verrimpelen en hebben minder weerstand
tegen de zwaartekracht.
Ook hier zag ik schoonheid in.
Ik hanteerde mijn fotocamera vol enthousiasme, fotografeerde
alleen de verouderde bloemen, en vroeg ook van mijn gezelschap bewondering voor
wat ik zag.
Mijn dag was goed.
Totdat ik de onderhoudsdienst in actie zag. Daar reden ze
met hun kruiwagens. Daar liepen ze met hun emmers. Rücksichtslos knipten ze
alle bloemen af die tekenen van verval te zien gaven.
Het bood me een wijze les. Ik moet voorzichtig zijn met het trekken
van parallellen en met beeldspraak.