maandag 5 januari 2015

Een poging tot Simpellands



Een poging tot Simpellands

Ik las ergens in een artikel in de Volkskrant dat Nederlands een moeilijke taal is, zeker in vergelijking met een aantal andere (overigens zeer uitheemse) talen.
Wat maakt Nederlands moeilijk? Ik kan het artikel niet meer vinden, en doe het uit mijn hoofd, misschien verzin ik er zelfs wel wat bij. Het verschil tussen de- en het-woorden is lastig, zo niet overbodig. En dus ook tussen aanwijzende vormen als die en dat, deze en dit. Werkwoordsvormen, en dan vooral de verleden tijd van sterke of onregelmatige werkwoorden, vergen overbodig veel kennis. Een inhoudsloze voegwoordje als “er” wordt veel gebruikt maar is vaak overbodig. En er zal nog wel meer zijn. Iets met woordvolgordes of zo. En het gedoe met “ben jij” en “jij bent”. En nu ik toch bezig bent (of is het “bezig is”?), het verschil tussen een lange v en een korte v, of een lange en een korte f, is ook niet makkelijk.
Ik probeerde een bestaande tekst (een verhaal voor kinderen over de tweeling Miro en Tesla) van me te herschrijven in het Simpellands. Makkelijk was het niet. Zou ik b.v. verledentijdsvormen van werkwoorden met d’s en t’s zo laten, of versimpelen? En is verschil tussen meervoudsvormen en enkelvoudsvormen echt nodig? De v’s en de f’n heb ik zoveel mogelijk gelaten zoals ze zijn, omdat ik toch wel een verschil hoor tussen verschil en ferschil.
Zie hieronder het resultaat. En zie hier voor de originele tekst.





‘Wat gaan we vandaag doen?’ vraagde Tesla.
'Laat we een bank beroof,’ zegde Miro.
‘Goed,’ zegde Tesla. ‘Dan moet we ons verkleed, kom.’
Ze pakte Miro bij zijn hand en trekte hem de slaapkamer van papa en mama in. Ze trekte een la open.
‘Kijk,’ zegde Tesla, ‘zwarte panties om over ons hoofd te trekken. En handschoenen!’
‘Mooi,’ zegde Miro. ‘Net echt. Nu nog een lange jas en een sporttas, en we zijn klaar.’
‘Nee. We moet ook nog pistolen heb. Wacht maar, ik pak ze wel.’
Even later staande Miro en Tesla op de stoep bij de bank. Ze zijnde helemaal klaar voor.
De bankdirecteur komde naar buiten.
‘Wat kom u hier doen mevrouw?’ vraagde de directeur aan Tesla.
‘Wij kom de bank beroof,’ zegde Tesla.
‘Moet jullie dan geen maskers draag?’ vraagde de directeur.
‘Oh ja,’ zegde Miro. ‘Vergeet, sorry.’
Miro en Tesla trekte mama’s panties over hun hoofden.
‘Zo zijn die beter,’ zegde de directeur.
‘Wij kom de bank beroof,’ zegde Miro.
‘Oh jé,’ zegde de directeur. ‘Waar zijn jullie briefje met eisen?’
‘Die heb we niet,’ zegde Tesla.
‘Die zijn dan niet goed, zegde de directeur. ‘Bankrovers heb altijd een briefje met eisen.’
‘We heb geen papier,’ zegde Tesla.
‘En geen pen,’ zegde Miro.
‘Neem maar wat van mij,’ zegde de bankdirecteur.
Hij loopte met Miro en Tesla naar binnen en geefde ze pen en papier.
‘Wat moet in zo’n briefje staan?’ vraagde Tesla.
‘Dit zijn een roofoverval. Geef ons al jullie geld. Raak niet in paniek,’ zegde de bankdirecteur.
Miro schrijfde alles op.
‘En aan wie geef we de briefje?’ vraagde Tesla.
‘Aan die mevrouw achter de balie,’ zegde de bankdirecteur.
Miro loopte naar de balie en geefde de mevrouw de briefje. Ze leesde die.
‘Sorry,’ zegde de mevrouw. ‘Ik kan jullie geen geld geef.’
‘Waarom niet?’ vraagde Miro.
‘Omdat de geld in de kluis zit. En die zit op slot. En die gaan alleen maar open als je de wachtwoord intypt. En ik ken de wachtwoord niet.’
‘Wie ken die wel?’ vraagde Tesla.
‘De directeur,’ zegde de mevrouw.
Miro en Tesla loopte weer naar de directeur.
‘Wil u ons de wachtwoord geef?’ vraagde Miro.
‘Nee hoor,’ zegde de directeur. ‘Dan moet je me eerst bedreig, anders doe ik die niet.’
‘Goed,’ zegde Miro.
Hij pakte zijn waterpistool uit zijn tas. Hij richtte de pistool op de directeur.
‘Geef ons de wachtwoord,’ zegde Miro dreigend. ‘Anders schiet ik!’
‘Oh jé,’ zegde de directeur. ‘Die kun niet meer. Ik ben de wachtwoord vergeet. Van de schrik!’
‘Ja,’ zegde Miro. ‘Wij zijn ook erg eng!’
‘Behoorlijk eng,’ zegde de directeur.
‘En nu?’ vraagde Tesla.
‘Nu moet jullie snel in jullie vluchtauto spring en wegrijd,’ zegde de directeur, ‘want jullie bankroof zijn mislukt.’
‘We heb geen vluchtauto,’ zegde Tesla. ‘We zijn met de bus.’
‘Dan gaan je met de vluchtbus,’ zegde de directeur.
‘Goed,’ zegde Miro en Tesla.
Ze rende naar de bushalte. Toen de bus eindelijk komde sprong ze in de vluchtbus.
‘Die zijn nog best moeilijk,’ zegde Miro, ‘zo’n bank beroof.’
‘Ja,’ zegde Tesla. ‘Je moet aan een hoop denk.’
‘We kun maar beter een ander vak kies.’
‘Ja. Een ander vak zijn vast makkelijker.’








Geen opmerkingen:

Een reactie posten