maandag 25 november 2013

Feestjes en genredwang



Een vriend van me werd vijftig en wilde dat groots vieren. Maanden geleden kreeg ik de uitnodiging voor zijn feestje.


Het was nog niet zo makkelijk te regelen dat ik kon gaan. Het was ver, ik moest met een trein of een vliegtuig of met allebei of met nog meer. Het was een heel weekeinde, en ik moest dingen afzeggen en regelen. Maar een vijftigjarige vriend verdient aandacht, dus ik deed wat ik moest doen. Ik maakte boekingen en afspraken.

De dag van het feest naderde en mijn agenda liep vol. Voller dan hij in tijden geweest was, voller dan ik wilde, zelfs voller dan ik aankon. Ik moest schuiven en schipperen. Mijn familie en nachtrust weken onder protest voor allerlei verplichtingen. De laatste vrije ruimtes werden onvrije ruimtes. Het leek alsof alles en iedereen, waaronder ikzelf, het op het feestweekeinde voorzien had.

De dag van het vertrek kreeg ik nog driehonderd bladzijden verplicht leesvoer voorgeschoteld. Die kon ik misschien wel in de bus of de trein of het vliegtuig of in bed lezen.


Ik had nauwelijks tijd om afscheid te nemen van mijn familie, en dook meteen in de teksten. Gelukkig was het niet saai, alleen maar veel.

Uiteindelijk was ik waar ik moest zijn. De halve dag was verstreken, maar ik had nog wat tijd voor het feest begon. Met een stapel stukken nestelde ik me op mijn hotelbed.


Het past bij de aard van dit stukje om het feest al slapend te missen.

zondag 1 september 2013

dinsdag 4 juni 2013

De ideale schoonzoon


Ik hoorde twee jongens in gesprek.
‘Ik ben de ideale schoonzoon,’ zei een van de twee.
Kijk, dat trok mijn aandacht. Ik ken nog wel een huwbare jongedame.
Ik keek hem aan. Een knappe Marokkaanse jongen, strak in het pak, geschoren, goed geknipt. Bovendien was hij de baas van de respectabele winkel waar ik was.
Ik zag mijn kans en sprak hem aan.
‘De ideale schoonzoon. Dat is niet niks. Ik ken nog wel iemand voor je. Ze is leuk en aantrekkelijk en ongeveer zo oud als jij. Ik denk dat jullie wel bij elkaar passen. Mag ik je telefoonnummer? Of je kaartje? Dan neem ik later contact met je op.’
De jongen keek me onderzoekend aan.
‘Ik ben weliswaar de ideale schoonzoon,’ zei hij grijnzend, ‘maar wat maakt jou de ideale schoonvader?’
Hij viel van zijn voetstuk. Maar ik moest wel lachen.

zondag 2 juni 2013

Theezakjes




Soms hoor ik dingen die ik niet wil horen.
Dik een jaar geleden stond ik bij de supermarkt. Een klant klaagde tegenover een bevriende winkelmedewerkster over wat haar was aangedaan in een ziekenhuis. Bij een onderzoek waren haar borsten te zichtbaar geweest voor anderen. ‘Het is niet veel, en het zijn net theezakjes, maar toch wil ik dat mijn privacy gerespecteerd wordt,’ zei ze. Ik had alweer genoeg gehoord en ging bij een andere kassa staan.


Soms voel ik mij gezegend met een goed geheugen, maar soms ook niet. Af en toe zie ik die klant in of bij de supermarkt. Zo ook vandaag. En zoals altijd denk: “theezakjes”.
Als die mevrouw was, zou ik dat erger vinden dan de inbreuk op de privacy in het ziekenhuis. En zelf vind ik het ook geen fijne gedachte.
Maar het doet me er wel aan herinneren dat ik thee moet kopen.

zaterdag 4 mei 2013

Bezoek aan de synagoge




Bijna ieder jaar ga ik 4 mei naar de Hollandsche Schouwburg, om daar de in de 2e wereldoorlog vermoorde joden te herdenken en stil te staan bij het leven van de overlevenden. Ik denk dan aan mijn familie, de verre familie, de vrienden, mijzelf, de mijnen. Het is denken, herdenken, gedenken.

Ondertussen heb ik al heel wat herdenkingen meegemaakt. Maar sinds afgelopen week is mijn beleving iets anders geworden. Ik was in Berlijn en bezocht de Neue Synagoge. 
De Neue Synagoge was enorm, met aan de straatkant een prachtvolle façade en ontvangsthal,  en daarachter de hoofdzaal, zo groot als 3 geschakelde basketbalvelden inclusief tribunes. 
Voorafgaand aan en in de 2e wereldoorlog is hij geplunderd en in brand gestoken, en daarna gebombardeerd. In 1958 is het gebouw om veiligheidsredenen goeddeels gesloopt, en vanaf 1988 is het deels als monument weer hersteld. De hoofdzaal is er niet meer, in plaats daarvan is er een met zuilen gemarkeerd open binnenplein.
Ik stond op het plein en keek om me heen. Hier konden duizenden joden tegelijk hun geloof belijden. En daar trof het me. Als de oorlog er niet was geweest (en verder alles was gelopen zoals het was gelopen), had ik negen keer zoveel levende, vrijzinnig gelovige familie gehad. Als de oorlog er niet was geweest, was ik opgevoed in een religieus joods gezin. Als de oorlog er niet was geweest, was ik mogelijk een gelovige jood geworden. Het heeft niet zo mogen zijn.

En nu, op 4 mei, denk ik ook aan het verloren geloof. En aan de vervanging van het Jodendom als viering van het leven, door een Jodendom gevuld met herinneringen aan de dood.